Back to NCS publications.
Diagnostische Referentie Niveaus
FAQ | |
Dosis Converters | |
DRN enquête 2008 | |
DRN Symposia |
Het begrip diagnostisch referentieniveau vindt zijn oorsprong begin jaren negentig in het Verenigd Koninkrijk. Het diagnostisch referentieniveau (DRN) is de dosiswaarde die bij een routineonderzoek van een patiënt met een normaal (standaard) postuur niet zou moeten worden overschreden. Het DRN is te vergelijken met een waarschuwingspaneel langs de weg dat de snelheid van de automobilist aangeeft. Overschrijding van het DRN moet een motivatie zijn tot optimalisatie van het röntgenonderzoek (zoals de automobilist gemotiveerd wordt de snelheid aan te passen bij overschrijding van de maximum snelheid). Toetsing door ziekenhuizen aan de DRN’s leek er toe bij te dragen dat in de loop van een aantal jaren de stralingsbelasting bij radiologisch onderzoek in het Verenigd Koninkrijk inderdaad daalde. Het concept van de diagnostische referentieniveaus bleek waardevol en heeft zijn weg gevonden naar de Europese regelgeving en van daaruit naar de Nederlandse Kernenergiewet.
Een projectgroep met vertegenwoordigers uit het werkgebied van medisch diagnostische stralingstoepassingen heeft eerder 2 publicaties m.b.t. diagnostische referentieniveaus in Nederland (fase 1 & 2) tot stand gebracht. De projectgroep werd opgericht door het NCS Platform voor Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, nu opgevolgd door het platform "Stralingsbescherming in het ziekenhuis”. De werkzaamheden werden op verzoek van het Ministerie van VWS uitgevoerd. Het is de bedoeling van de Nederlandse overheid dat de diagnostische referentieniveaus een vaste plaats krijgen binnen kwaliteitsborgingsystemen van afdelingen Radiologie.
In de onlangs afgesloten 3e (en laatste fase) van het het project, zijn deze twee publicaties samengenomen tot een afsluitend rapport waarin de laatste inzichten verwerkt zijn. De betrokken beroepsgroepen zijn bij de totstandkoming van dit rapport geconsulteerd en het rapport zal de status van veldstandaard gaan hebben.
In het afsluitende rapport zijn diagnostische referentieniveaus beschreven voor zeven diagnostische verrichtingen bij volwassenen (mammografie, CTA-thorax, CT-abdomen, X-thorax en X-abdomen, diagnostische CT coronaire angiografie, diagnostische conventionele coronaire angiografie) en voor 4 verrichtingen bij kinderen (X-thorax, X-bekken, CT–hoofd, Mictie Cysto-Urethrogram). Deze verrichtingen lijken een goede afspiegeling te vormen van de diagnostische verrichtingen met ioniserende straling binnen de Radiologie. Het eindrapport kan op deze website worden ingezien of direct worden gedownload via de website van de NCS.
Projectmanagement DRN:
Leids Universitair Medisch Centrum: Koos Geleijns (klinisch fysicus), Wouter Veldkamp (klinisch fysicus; voorzitter werkgroep), Dirk Zweers (radiodiagnostisch laborant), Wendy Krispijn (projectmanager)
LUMC Afdeling Radiologie C2-S
Postbus 9600
2300 RC Leiden
tel. 071 5262049; fax 071 5248256
email: drn@lumc.nl